Volgens Pareto kun je met 20% van je input, 80% van je output behalen. Interessant, zeker gezien de huidige trend waarin we vaak juist méér taken op ons nemen in plaats van minder.
Maar wat gebeurt er als je dit principe doortrekt naar het volgende niveau? Dan is het zelfs mogelijk om met 1% van je input, 51% van de resultaten te halen. Klinkt onwerkelijk nietwaar?
In deze blog leg ik je hoe je dit moet aanpakken zodat jij afkrijgt wat er écht toe doet.
Recap Pareto
Onlangs stuitte ik op een Medium artikel waarin Leo Sharp schreef over het 51/1 principe als opvolger van het 80/20 Pareto principe.
Voordat we hier in gaan duiken wil ik graag eerst nog even de basis van Pareto met je doornemen. De 80/20 Pareto regel is namelijk gebaseerd op drie principes:
1. De 80/20 regel is een ongeschreven natuurwet die de oneerlijke distributie van oorzaak en gevolg beschrijft.
Zo heeft 20% van de wereldbevolking, 80% van al het vermogen. Komt 80% van het resultaat dat je behaalt uit 20% van de taken die je doet en zorgt vaak 20% van je klanten voor 80% van je omzet.
De cijfers kloppen lang niet altijd op de komma nauwkeurig, maar komen vaak akelig dicht in de buurt.
2. De 80/20 regel betekent niet dat het totaal persé 100% is. Ook al is 80 + 20 samen 100, het zijn twee data sets die je niet zomaar kunt combineren. Laat ik dat even uitleggen in het geval van productiviteit:
Je hebt twee datapunten:
1. Het aantal taken dat je doet (input)
2. Het resultaat dat je behaalt (output)
In dit voorbeeld zie je dat 20% van de input zorgt voor 80% van het resultaat. Maar dat zou statistisch gezien ook 30 of 40% input kunnen zijn. Per balk heb je wel maximaal 100%, maar de optelsom van beiden kan meer zijn dan 100.
3. Dat betekent dus ook dat 80/20 niet altijd de exacte verdeling is, maar dat het soort van stelregel is. Zo kun je in verschillende situaties altijd dit soort percentages vinden. 90/20 is dus ook mogelijk, net als 70/40. Vaak is het echter wel zo dat des te groter de dataset, des te dichter we bij de benadering van 80/20 komen.
Twee valkuilen van ons denken
Ondanks dat velen van ons het 80/20 principe kennen, wordt het maar nauwelijks toegepast. Dat heeft voornamelijk te maken met een tweetal valkuilen van ons denken:
Als je iets wil bereiken kan dat alleen met maximale input.
Neem als voorbeeld de 10.000 uur regel voordat je zogenaamd een nieuwe skill hebt geleerd. Klopt statistisch wel, maar na 10.000 uur hoor jij bij de top 1% van mensen qua competentieniveau. Dus vraag jezelf af; is dat het niveau wat jij nodig hebt om deze skill uit te oefenen? Moet je bijvoorbeeld net zo goed zijn als Iris Hond voordat je mag zeggen dat je piano kan spelen?
Je moet veel werken om succesvol te zijn.
Veel uren maken betekent meer resultaat. Maar is dat wel zo? Wij zijn namelijk geen robots die continue door kunnen gaan op hetzelfde prestatieniveau. Op een gegeven moment raakt het batterijtje op en moeten we weer opladen. Continu doorgaan betekent mindere kwaliteit omdat je simpelweg geen denkvermogen meer over hebt. Ook betekent veel uren maken vaak dat we weinig ‘nee’ zeggen tegen onbelangrijke zaken. We voeren dus alles maar uit, zonder na te denken over wat er daadwerkelijk impact maakt.
Het 80/20 denken is dus niet overtuigend genoeg om er daadwerkelijk mee aan de slag te gaan. We trappen nog steeds in de valkuilen die ervoor zorgen dat we te veel doen.
We zullen radicaler moeten kiezen voor hetgeen echt belangrijk is. Voor de taken die daadwerkelijk een impact maken.
Het is tijd voor de 51/1 regel.
51/1 explained
De regel houdt in dat je met 1% van de input, 51% van het resultaat kunt bereiken. Klinkt onwerkelijk nietwaar?
Laat ik ‘m eens uitleggen. Je kunt de 80/20 regel namelijk ook op zichzelf toepassen. Dat betekent dat 80% van de top 80% van het resultaat weer komt van 20% van de top 20% van de input. Dan krijg je de rode stippellijn zoals in het volgende voorbeeld:
Reken je nu echter goed mee dan is 80% van 80% (0,8 * 0,8) eigenlijk 64% en is 20% van 20% (0,2 * 0,2) eigenlijk 4%.
Dat zou beteken dat we met 4% van de input, 64% van het resultaat kunnen behalen.
Om echter op de gouden stelregel van 51/1 uit te komen zullen we dus het pareto principe nogmaals op zichzelf kunnen toepassen:
80% van 64% is namelijk 51%
20% van 4% is (afgerond) 1%
Als we de 51/1 regel vervolgens vergelijken met de 80/20 regel dan zie je pas hoe effectief die is. We kunnen namelijk het resultaat delen door de input om een goede vergelijking te maken.
80/20 = 4
64/4 = 16
51/1 = 51
Dat betekent dat de 51/1 regel maar liefst DERTIEN KEER zo productief is als de 80/20 regel.
Interessant!
Maar goed we zitten nu lekker statistisch te rekenen en allemaal relatieve conclusies te trekken waar je zonder goede uitleg weinig mee kunt. Tijd om verder te gaan dan enkel het RIVM-achtige smijten met getallen.
Hoe pas je dit nu praktisch toe?
Dat is namelijk de belangrijkste vraag. Want je moet wel weten welke 1% van de taken dan zorgt voor 51% van het resultaat.
Uiteraard heb je daar geen kant-en-klaar antwoord op. Maar hier af en toe bewust mee bezig zijn gaat je al een stuk dichterbij brengen.
Stel je zelf zo nu en dan de volgende twee vragen:
1. Wat doet er voor mij nu écht toe? Wat wil ik bereiken (ambitie) of wat wil ik behalen (doelstelling)?
2. Als ik vervolgens maximaal één ding mocht doen om daar te komen. Wat zou dat dan zijn?
Of anders geformuleerd: Kies 1 ding wat je morgen af gaat maken waardoor jij het aan het einde van de dag het gevoel hebt dat weer een stap dichter bij je doel bent.
Schrijf je antwoorden op en je bent al een stapje dichterbij. Vervolgens maak je het concreet door die éne taak in te plannen en die als eerste taak van de dag af te ronden.
Waarom?
- Plannen maakt de kans dat je het gaat uitvoeren vele malen groter
- Aan het begin van de dag zit je nog vol in je energie en heb je een maximaal denkvermogen
Zorg ervoor dat wat er voor jou écht toe doet voorrang krijgt op het al het andere.
Die 1% waarmee jij statisch gezien 51% van het resultaat gaat halen.
Je hebt nu de strategie. Je hoeft het alleen nog maar uit te voeren.
Succes 😉
